Organisatie van de rechtspleging na coronacrisis

7 mei 2020

Aanstaande maandag 11 mei gaan de deuren van de rechtspraak opnieuw open. Dit markeert het begin van een nieuwe fase in de organisatie van de rechtspleging sinds de uitbraak van het coronavirus. De NVvR heeft aan de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal een brief gestuurd om zorgen die leven bij de achterban over de invulling van hun werkzaamheden in deze nieuwe periode te adresseren en om enkele vragen te stellen over de wijze waarop de rechtspleging zich de komende tijd gaat organiseren.

Officieren van justitie en rechters hebben zoveel mogelijk vanuit huis gewerkt. Dit ging niet altijd eenvoudig. Het breekt nu op dat de rechtspraak onvoldoende goed functionerende digitale systemen heeft en dat er nog steeds te weinig collega’s zijn voor te veel werk. De kritiek op de rechtspraak van de afgelopen weken maakt de verwachting van de samenleving scherp zichtbaar: men wil dat rechters en officieren van justitie snel veel werk verzetten, maar ook dat zij voldoende tijd nemen om hún (individuele) zaak goed te behandelen. Echter, achter elke officier en rechter staan al twee of drie uitpuilende dossierkasten met werk dat aandacht behoeft. De zorgen over de achterstanden en de werkdruk binnen de rechtspleging waren immers vóór de coronacrisis al groot. Nu is het gevoel van veel collega’s dat er iedere dag meer zaken bijkomen dan er afgehandeld worden, waardoor die achterstand en de werkdruk alleen maar toenemen.

De NVvR vraagt beide organisaties naar hun visie op dit dilemma: hoe beteugelen we in deze fase het oplopen van de achterstanden zónder dat dit ten koste gaat van de terechte verwachtingen van de samenleving en zonder dat dit ten koste gaat van de mensen die werkzaam zijn in onze organisaties? Hoe gaan we straks samen verder? Rechters en officieren zijn zeer betrokken bij het werk dat zij doen en laten de justitiabelen en de samenleving niet graag in de kou staan. Zij zijn steeds bereid een extra stap te zetten, ook nu in deze bijzondere tijd. Maar kán dat wel, wanneer rechters en officieren vóór de crisis de avonden en weekenden al nodig hadden om de bestaande werklast aan te kunnen?

Lees hier de brief die gezonden is naar de Raad voor de rechtspraak.

Lees hier de brief die gezonden is naar het College van procureurs-generaal.

Scroll naar boven