NVvR-voorzitter Nathalie van Waterschoot: ‘Wij gaan ons sterker roeren’

30 september 2018

Een prachtig en betekenisvol vak, vindt Nathalie van Waterschoot het ambacht van magistraat. Officieren van justitie en rechters hebben een cruciale positie in de rechtsstaat volgens de nieuwe NVvR-voorzitter. Daarom vindt Van Waterschoot de krapte bij het OM en de rechtspraak zeer zorgelijk. “We krijgen steeds minder tijd om ons werk goed te doen. Daarom gaat de NVvR zich sterker roeren.”

Van Waterschoot herhaalt het een paar keer met grote overtuiging: als een burger of bedrijf het niet eens is met de overheid, moeten ze terecht kunnen bij een onafhankelijke rechterlijke macht. “De rechterlijke macht is in onze rechtstaat dé instantie om in individuele geschillen te controleren of de overheid de regels juist heeft toegepast. En of daarbij fundamentele grond- en mensenrechten niet worden veronachtzaamd.” Dat kan er toe leiden dat de overheid op zijn vingers getikt wordt, zoals laatst bij de Urgenda-zaak over luchtverontreiniging. “Deze uitspraak laat zien dat de trias politica goed functioneert, dat de drie staatsmachten elkaar in evenwicht houden.” Zelf trekt ze als bestuursrechter waar nodig ook grenzen. Zoals in een Dublin-zaak rond een asielzoeker met terminale kanker. Die dreigde door de staatssecretaris teruggestuurd te worden naar Frankrijk, het land waar hij in eerste instantie asiel had aangevraagd. “Het was voor mij duidelijk: met deze doodzieke mijnheer gaan we niet leuren door Europa, die blijft voorlopig gewoon hier. Anders zakken we als land echt door onze humanitaire bodem.”

Steeds meer tijdsdruk
Mede vanwege deze cruciale onafhankelijke rol is Van Waterschoot zo verontrust over de bezuinigingen op het werk van rechters en officieren. Zowel het Openbaar Ministerie als de Rechtspraak moeten opnieuw inboeten op hun primaire budget. Dat heeft pijnlijke consequenties, benadrukt de nieuwe NVvR-voorzitter: “Tijdsdruk is de kern. We krijgen simpelweg minder tijd per zaak toebedeeld. Terwijl we om ons werk goed te kunnen doen, genoeg ruimte moeten krijgen. Om als rechter het dossier zorgvuldig te lezen, op zitting met rechtzoekenden te praten, om die goed toegankelijke uitspraak te schrijven. Officieren moeten voldoende tijd hebben om onderzoek te doen, het dossier op te bouwen, een goed onderbouwde strafeis te formuleren.” De burger heeft hier recht op, benadrukt Van Waterschoot. “Het zou je zo maar kunnen gebeuren, dat je ineens in een verkeersongeluk belandt, daardoor in de schulden raakt en arbeidsongeschikt wordt. Op zo’n moment wil je dat er goed en onafhankelijk naar jouw zaak gekeken wordt. Het is uit den boze dat daarop wordt bezuinigd.” Hoe voelt de burger dat in een concrete zaak? “Stel jij maakt als zelfstandige bezwaar tegen een WIA-rapportage waarin de bedrijfsarts heeft aangegeven dat er medisch niets met je aan de hand is. Als jij op zitting dan zegt ‘Daar ben ik het niet mee eens’, zeg ik als rechter: ‘Alleen uw stelling dat u ziek bent is onvoldoende, u heeft een medisch deskundige nodig om uw stelling te onderbouwen’. Dat wil iedereen graag, maar daarvoor moet ik het onderzoek ter zitting wel schorsen, jou de gelegenheid geven medisch bewijs in te brengen en een tweede zitting inlassen. Terwijl wij worden betaald om maar één keer zitting te houden.” Zo richt de beruchte kaasschaaf steeds meer schade aan. “Terwijl ons vak en wat wij voor de samenleving kunnen betekenen, zo belangrijk is.”

‘Nieuwsgierig naar elk dossier’
Wat is er zo boeiend aan het ambacht van magistraat? “Bijna alles”, lacht Van Waterschoot. Het gesprek met de rechtzoekende op de zitting, het puzzelen met de juridische inhoud, het schrijven van een uitspraak in klare taal, ze geniet van al deze elementen. Belangstelling voor mensen is cruciaal: “Naar elk dossier dat ik opensla, ben ik nieuwsgierig. Met de pet op: ‘Wat kan ik voor partijen betekenen?” Wat ze ook leuk en belangrijk vindt: de vele gesprekken die ze heeft met juridisch medewerkers, stafjuristen en collega-rechters. “Dat frequente overleg is noodzakelijk voor de kwaliteit. Het vreemdelingenrecht bijvoorbeeld is erg complex geworden, met een stroom aan nieuwe jurisprudentie. Het lukt niet altijd om met een helikopterview boven het dossier te hangen en direct tot de kern te komen. Bijvoorbeeld bij de vraag of het land van herkomst veilig is. “Hoe groot is de kans dat iemand die in een oorlogsgebied over straat loopt, door geweld om het leven komt?” Dan verzamel ik samen met juridisch medewerkers en stafjuristen rapportages van bijvoorbeeld Human Rights Watch. Dit interne sparren is niet goed zichtbaar, maar wel heel belangrijk. En er is dus, ik blijf het zeggen, voldoende tijd voor nodig. ”

Nathalie van Waterschoot, Fotograaf: Janita Sassen

Nathalie van Waterschoot, Fotograaf: Janita Sassen
Minder sparren op de gang
Ondertussen wordt er juist gekort op het budget voor juridisch medewerkers en stafjuristen. Dat heeft te maken met de aanhoudende bezuinigingen. En met het ‘Programma van kennis’, een grootschalig landelijk project met als doel alle kennis en jurisprudentie te digitaliseren. “Dit komt nog niet goed van de grond, maar ondertussen wordt er wel al op onze stafjuristen gekort. Voorheen kon ik een uur voor de zitting altijd direct naar een stafjurist lopen en vragen ‘Goh, hoe zat het ook weer met die laatste uitspraak?’. Maar zij hebben minder tijd voor dit open deuren-beleid, terwijl ze voor de kwaliteit van ons werk onmisbaar zijn. Datzelfde geldt voor de juridisch medewerkers, die de zaken voorbereiden, concept-uitspraken schrijven, ons dagelijks ondersteunen in ons werk.” Het probleem doet Van Waterschoot denken aan de ambitieuze doelstellingen van digitaliseringsproject KEI, die evenmin werden gehaald. Met verstrekkende consequenties, die breed in de media zijn uitgemeten. “KEI was te ambitieus en er werd te weinig geluisterd naar de werkvloer. Veel van onze leden voelden zich niet gehoord en werden ook nog eens weggezet als mensen die moeilijk doen. Dat heeft geleid tot onrust, boosheid en een sceptische houding tegenover de Raad voor de rechtspraak, die het project leidde.”

Actievere rol NVvR

Daarom voelt de beroepsvereniging NVvR zich geroepen om nog actiever deel te nemen aan het maatschappelijk-politiek debat rond werkdruk, kwaliteit en digitalisering. “De NVvR is al sterk in haar wetenschappelijke advisering via de WeCo, maar als het gaat om het debat gaan wij ons de komende jaren sterker roeren. Dat is ook nodig.” Onlangs stuurde de vakbond een brandbrief naar de minister, een vrij uitzonderlijke actie. “Dat wil zeggen dat het water hoog gestegen is”, legt Van Waterschoot uit. In de brief wordt ook gewezen op de gebrekkige besturing van de Rechtspraak. “Het is onvoldoende duidelijk waar welke verantwoordelijkheid ligt.” In deze discussie over een betere besturing gaat de NVvR zich nadrukkelijk mengen. “We blijven zeker in gesprek met de Raad en andere gremia”, aldus Van Waterschoot. “Maar we behouden onze eigen, kritische koers. Zo maak ik me zorgen dat de Boston Consultancy Group naar voren is geschoven om de besturing te onderzoeken. Dat is hetzelfde adviesbureau dat rondom KEI heeft geadviseerd en kijk waar we gekomen zijn. Het risico is dat zij net als bij KEI vooral gaan kijken naar hoe alles goedkoper kan, wat de kwaliteit van ons werk extra dreigt te belasten. Dit is een zorg onder onze leden. Daar gaat de aandacht van de NVvR dus zeker naar uit.”


Argumenten verzamelen

Wat voor stijl hanteert Van Waterschoot als bestuurder? “Ik sla niet snel met de vuist op tafel. Als rechter ben ik gewend om goed onderbouwd aan te geven waar het naar toe moet. Zo werk ik als bestuurder ook. Ik ga eerst gesprekken voeren bij het OM en de rechtspraak: uitvinden wat er speelt, argumenten verzamelen. Er zijn kwesties waar dat niet meer nodig is, waar we ons als bestuur op zeer korte termijn steviger gaan laten horen. Zoals bij de aankomende cao-onderhandelingen en als het gaat om de functiewaardering van assistent-officieren.” Ze wil zelf ook de handen uit de mouwen steken. “Voor mij betekent leiderschap ook actief zijn en het enthousiasmeren van collega’s. Zo ga ik meer contact leggen met jonge officieren en rechters: ‘Waar liggen jullie belangen, wat kan de NVvR voor jullie betekenen?’. We bereiken deze groep nu te weinig.” Een ander strijdpunt is ‘de uitholling van de sociale advocatuur’. “Het is zeer zorgelijk als grote groepen burgers niet meer naar de rechter kunnen, niet meer tegen de overheid kunnen ageren. Wanneer je daar kritisch over bent, is dat geen politiek. statement, geen links of rechts. Het is simpelweg een onacceptabele aantasting van onze rechtsstaat. Ik vind dat je je daar als rechter prima over uit kunt spreken.”

Klare taal
Betrokkenheid. Actief zijn. Eigenschappen die passen bij een bijzonder initiatief dat Van Waterschoot als rechter ondernam. Ze zette samen met enkele enthousiaste collega’s een omvangrijk taalproject op voor al haar Amsterdamse collega’s: vijftig bestuursrechters en honderd juridisch medewerkers. Doel: beter toegankelijke uitspraken schrijven. “We hebben een taalcoach ingeschakeld die één op één met rechters en secretarissen taalkwesties doornam. Ook bespraken we onze conceptuitspraken wekelijks in het teamoverleg.” Haar motivatie voor dit project: “Als wij uitspraken of vonnissen schrijven is dat het gezag waar partijen of de verdachte mee te maken krijgt. Die moeten het er maar mee doen, ook als de uitkomst ongewenst is. Het is belangrijk dat uitspraken en vonnissen toegankelijk en begrijpelijk zijn. Dit draagt bij aan de acceptatie van onze beslissingen door burgers en anderen die met ons gezag te maken krijgen. Daar zit mijn drive voor het gebruik van klare taal.” Het project begint langzaam rond te zingen, elders binnen de Amsterdamse rechtbank en landelijk. “Maar daar is tijd en geld voor nodig, en dat is er door de bezuinigingen gewoonweg minder. Terwijl het gaat om een aspect in het hart van ons vak: een helder onderbouwde en begrijpelijke uitspraak. Ook daar ligt een taak voor de NVvR. We zullen als NVvR blijven pleiten voor een eerlijker financieringssysteem dat recht doet aan al het belangrijke werk dat we in de rechtspraak verzetten.”

Over de NVvR

De NVvR verenigt sinds 1923 rechters en officieren van justitie en vertegenwoordigt hun belangen in het publieke en politieke debat. Voorop staat hierbij het bewaken van de kwaliteit en toegankelijkheid van de rechtspraak.

Nederland telt circa 2.500 rechters en 800 officieren van justitie. Ongeveer 75% van hen is lid van de NVvR.

Leden van de NVvR actief in verschillende commissies en werkgroepen die gevraagd en ongevraagd advies kunnen geven. Dit zijn bijvoorbeeld de Wetenschappelijke Commissie voor advies over wetsvoorstellen en de Commissie Rechtspositie, voor advies over rechtspositionele zaken als de cao.

Scroll naar boven