Wettelijke rechtspositie rechterlijke ambtenaren gewijzigd

10 juni 2022

De afgelopen jaren heeft de NVvR een intensieve politieke lobby gevoerd over het overeenstemmingsvereiste. Deze inspanningen zijn nu ten einde. De Minister voor Rechtsbescherming heeft enige tijd geleden een afzonderlijk wetsvoorstel voorbereid inzake herpositionering van het overeenstemmingsvereiste. Dit is onlangs goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer. Daarmee is de positie van de NVvR als vakbond gewaarborgd, terwijl het er enkele jaren geleden op leek dat de bescherming van de rechtspositie van rechters en officieren door het schrappen van dit vakbondsmiddel moeilijker zou worden. De NVvR is verheugd dat deze dreiging nu uit de lucht is.

Sinds begin 2015 – in het kader van de toen lopende behandeling van een wetsvoorstel inzake disciplinaire tussenstappen – twee amendementen werden ingediend die beoogden een einde te maken aan het in de Wrra geregelde overeenstemmingsvereiste* is in en met het parlement gediscussieerd over de vraag of amendementen op een wetsvoorstel tot wijziging van de Wrra kunnen worden aanvaard/uitgevoerd, zonder dat over de inhoud van deze wijzigingen de voorgeschreven overeenstemming is bereikt. (*Het overeenstemmingsvereiste behelst dat wijzigingen in de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren niet kunnen worden ingevoerd zonder medewerking van de NVvR.)

Over het wetsvoorstel is langdurig en intensief overlegd met de NVvR. Het is tot tweemaal toe onderwerp van gesprek geweest in onze ledenraad, waarna uiteindelijk de ook voor dit wetsvoorstel benodigde overeenstemming is bereikt met de minister.

Wat regelt het wetsvoorstel?

Het wetsvoorstel regelt dat een aantal aanpassingen van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren in de Wrra voortaan bij Algemene Maatregel van Bestuur kunnen worden gewijzigd. Hiermee worden de regels over overleg en overeenstemming over arbeidsvoorwaarden niet langer in de wet opgenomen. Deze herpositionering van het overeenstemmingsvereiste is het gevolg van een door de regering hierover gevraagd advies aan de Raad van State. Met dit voorstel wordt aangesloten bij de systematiek van de voormalige Ambtenarenwet. Door deze aanpassing van de Wrra en een daarmee samenhangende wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Brra) wordt een verdere flexibilisering van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren bereikt.

Inmiddels is dit wetsvoorstel, mede dankzij de intensieve voorbereiding door de betrokken partijen (waaronder de NVvR), na een blanco advies van de Raad van State, als hamerstuk zowel de Tweede als de Eerste Kamer gepasseerd.

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Aangenomen mag worden dat dit tijdstip komt te liggen nadat bedoelde samenhangende wijziging van het Brra haar beslag heeft gekregen. Ook voor deze wijziging geldt dat daarover overeenstemming met de NVvR bereikt moet worden. Het overleg hierover is inmiddels van start gegaan. Van het verloop van deze laatste procedure houden we u uiteraard op de hoogte.

Lees hier de publicatie in het Staatsblad.

Scroll naar boven