Voortgang CAO-gesprekken

19 maart 2019

Op 7 januari heeft de onderhandelingsdelegatie van de NVvR de onderhandeling met de minister opgeschort. De reden daarvoor was dat de minister met de NVvR niet wilde spreken over een regeling met betrekking tot overwerk en werkdruk. Met een enquête heeft de NVvR haar leden gevraagd te reageren op de opstelling van de minister. Daaruit is duidelijk naar voren gekomen dat de leden het onderwerp overwerk en werkdruk een belangrijk cao-onderwerp vinden. We vragen Paul Rouwen naar de stand van zaken.

Gaan de cao-onderhandelingen nu alweer verder?

Met de steun in de rug van de enquête is weer contact gezocht met de onderhandelaar van de minister en dat heeft er toe geleid dat de minister op zijn schreden is teruggekomen: het onderwerp kan alsnog op de agenda komen. Daarvoor moest wel wat weerstand worden overwonnen, en gesprekken worden gevoerd en mensen worden overtuigd, maar het heeft er toe geleid dat er een ad-hoc werkgroepje is samengesteld (waarin ook 2 mensen van de NVvR waren opgenomen) dat heeft gebrainstormd over oplossingen. Daaruit is van de zijde van de minister nu een voorstel gemaakt dat op de cao-tafel wordt gelegd. Dit voorstel moeten we nu in gezamenlijkheid verder uitwerken.

“Overwerk en werkdruk, dat in belangrijke mate er eenvoudigweg in bestaat dat er te veel werk is voor te weinig mensen, kan niet alleen aan de cao-tafel worden opgelost. Gelukkig bereiken ons berichten dat er door zowel de Raad voor de Rechtspraak, de College van PG’s en de politiek, gesteund door recent onderzoek (het BCG-rapport over financiering) wordt gewerkt aan een betere financiering van de rechtspraak. Dit moet er voor zorgen dat er een beter evenwicht komt tussen de hoeveelheid werk en het aantal medewerkers die voor de taak staan het werk binnen redelijke termijn af te doen.”

Dat is misschien een goede ontwikkeling, maar wat betekent dat voor de cao-besprekingen?
Aan de cao-tafel willen wij aan die ontwikkeling een belangrijke bijdrage leveren. Wat ons nu te doen staat is dat we een regeling ontwerpen waarmee de individuele rechter/officier van justitie, zijn overwerk en werkdruk aan de kaak kan stellen en afspraken kan maken om die te beteugelen. Dan gaat het om wederzijdse rechten en plichten: voor de werkgever, het bestuur en de leidinggevende en de betrokken collega. Als cao-team gaan we nu snel aan de slag om dit goed uit te onderhandelen, samen met – niet te vergeten – alle andere onderwerpen die nog op tafel liggen.

Het duurt lang en zo langzamerhand willen de mensen wel resultaten zien.
Ik weet heel goed dat onze achterban al lang zit te wachten op een resultaat. Als er iemand voortgang wil, dan ben ik het wel. Gelukkig hoor ik van werkgeverskant ook dat zij voort willen gaan. Ik merk wel aan alle reacties die ik lees en hoor, dat er ook verschillen zitten tussen mensen die zeggen: ik zit te wachten op een loonsverbetering als bij de cao-Rijk en zij die zeggen: ik zit met name te wachten op goede arbeidsomstandigheden als tijd en ruimte om mijn werk goed te doen. We proberen aan beide verwachtingen te voldoen, en dat is niet eenvoudig. Dat hoeft ook niet, maar het kost dus tijd omdat zowel de NVvR als de minister op sommige onderwerpen ook echt nog “het wiel moeten uitvinden”.

Nog een laatste opmerking?

Iedereen mag er van overtuigd zijn dat we als cao-delegatie van de NVvR ons stinkende best doen om met voortvarendheid een goed resultaat te boeken dat ik met overtuiging aan het bestuur en de leden kan presenteren.

Paul Rouwen
Scroll naar boven