Rechtspleging in tijden van Corona (en daarna)

23 april 2020

Beste collega’s,

De uitbraak van het Corona-virus heeft het dagelijkse leven op zijn kop gezet. Voor de rechtspleging is dit niet anders. Gerechtsgebouwen zijn gesloten voor publiek, zittingen uitgesteld en er wordt geïmproviseerd hoe voor alle betrokkenen onder relatief veilige omstandigheden kan worden voorzien in de meest dringende behoefte aan recht. Ook voor onze leden, rechters en officieren van justitie, is deze “nieuwe werkelijkheid” ingrijpend. Daarom vroegen wij twee weken geleden hoe het met u gaat en op welke manier u zich aanpast. U reageerde volop, waarvoor dank!

Een paar rode draden.

Velen schrijven ons “met mij gaat het prima, maar met mijn werk niet”. Er klinkt soms ook frustratie door: officieren van justitie zien zaken, die eindelijk op zitting stonden, niet doorgaan. Rechters die geen goede thuiswerkvoorzieningen hebben en vanwege de (vanzelfsprekende) scherpe beveiliging van de ICT worstelen met de zaken die ze onder hun hoede hebben. Velen stellen de vraag of het – met wat handig plannen – niet mogelijk zou zijn dat iedereen op 1,5 meter afstand zit en werkt, en veilig in en uit zittingszalen wordt geloodst? De rechtspraak heeft immers een essentiële functie in een tijd waarin latente spanningen snel kunnen oplopen. Met wat meer flexibiliteit van alle betrokkenen en techniek (telehoor-verbindingen met huizen van bewaring) zou toch meer moeten kunnen doorgaan, zo lezen we in uw reacties.

We moesten ons allemaal even aanpassen aan het thuiswerken, net als veel Nederlanders. Het gemis van het gesprek met collega’s bij het koffieapparaat is één ding en niet omdat men opeens zelf koffie moest zetten. De nieuwe werkelijkheid maakt vaak dat ook partners en kinderen thuiswerken of thuisleren. Strijd om die goede zitplaats aan de eettafel, irritaties in het gezin als iedereen tegelijk online is via Skype of FaceTime, frustratie over trage inlog-procedures of systemen die halverwege opeens bevriezen. Werkdagen die ongemerkt toch veel langer duren dan gebruikelijk, op werkplekken die zich daar eigenlijk niet voor lenen. Telehoren met de was die op de achtergrond hangt te drogen, ziet er niet erg magistratelijk uit. Ontdekken dat alles thuis doen toch iets anders is dan ’s avonds of in het weekend nog in een dossier werken en dat dit andere eisen stelt aan de ict-infrastructuur. In de woorden van een van de respondenten: “Het is afzien en kost ontzettend veel energie”. Collega’s die naast hun werk opeens een huiswerkinstituut annex onderwijsinstelling moesten runnen. Collega” s die zich geconfronteerd zien met extra mantelzorg omdat het zorgvuldig georganiseerde systeem van hulp het (gedeeltelijk) laat afweten. Geen geklaag allemaal en niks unieks voor onze beroepsgroep, maar geluiden van collega” s die zich betrokken een weg banen door de complicaties van de nieuwe werkelijkheid.

Ook worden vragen gesteld op rechtspositioneel gebied: moet ik verlof opnemen voor het onderwijs dat ik aan mijn kinderen geef? Hoe zit het met het verlof dat ik eerder aanvroeg nu de geplande reis niet kan doorgaan? Kan ik na de crisis nog wel verlof opnemen? Accepteert mijn teamleiding dat ik op bepaalde momenten minder wellicht productief ben door alle improvisatie en zorg voor kinderen of anderen? Maar ook: wordt er wel gezien dat ik gemiddeld genomen juist méér werk?

Dan de vraag: hoe straks verder?

Leden uitten daarnaast zorgen over vertragingen die als gevolg van deze nieuwe werkelijkheid gaan ontstaan. Iedereen weet dat er onder reguliere omstandigheden ook al erg veel gevraagd wordt van de collega’s in de rechtspleging. Het piept en het kraakt al langer. In de reacties zien we een heldere vraag oprijzen: hoe straks verder? Doorgaan op de gebruikelijke wijze zal geen of weinig soelaas bieden voor de vele extra zaken die in deze periode noodgedwongen op de plank komen te liggen. Zaken van mensen die wachten op een beslissing. Tegelijkertijd zal de NVvR altijd staan voor de gezondheid van haar achterban en onze collega’s in de rechtspleging: direct in verband met het coronavirus, maar ook straks bij het voorkomen van roofbouw op onze mensen.

De leiding van de rechtspraak en het OM denkt uiteraard ook na over toekomstscenario’s, met deze spagaat scherp op het netvlies. Soms denken ze hardop. De voorzitter van het College van procureurs-generaal, Gerrit van der Burg, sprak over avonden en weekenden om zittingen te draaien. De voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, Henk Naves, legde de 24-uursrechtspraak voorzichtig in de week. Vanuit ons perspectief wijzen wij erop dat we daarvoor eigenlijk te weinig mensen hebben, dat zij onder normale omstandigheden de weekenden en de avonden al hard nodig hebben om het werk te doen. Juist in deze tijd is het nodig om de kloof tussen werkvloer en bestuurders te overbruggen. We moeten met elkaar in gesprek.

De NVvR steekt daarom nu – digitaal – de koppen bij elkaar . Zo willen we de bestuurders blijven voeden met inzichten uit de praktijk. We hebben hierover bijna dagelijks contact met het College en met de Raad voor de rechtspraak en zullen dat blijven doen. De NVvR initieert de komende tijd online gesprekken over de achterliggende vraagstukken van openbaarheid, tijdigheid, arbeidsomstandigheden en kwaliteit. We nodigen u uit om hierover alvast mee te denken, alle suggesties zijn welkom. Een mail aan het verenigingsbureau krijgt altijd antwoord: info@nvvr.org.

Hierbij alvast wat vragen om het creatieve proces op gang te helpen:

  • Waar loopt u in uw dagelijkse werkzaamheden tegenaan?
  • Welke mogelijkheden ziet u om, op korte termijn, meer zittingen te laten doorgaan? Wat heeft u daarvoor nodig?
  • Welke mogelijkheden ziet u om, op langere termijn, opgelopen achterstanden in te halen? Waarmee zou u geholpen zijn en onder welke condities kan dat? Wat mag in ieder geval niet vergeten worden?

Al uw inbreng is welkom via info@nvvr.org. Als u liever persoonlijk contact heeft, kunt zich uiteraard ook wenden tot het bureau, de woordvoerders van de secties in de Ledenraad of tot de bestuursleden.

Tot slot, als NVvR zien wij in de reacties van onze leden bevestigd dat rechters en officieren van justitie ambtsdragers zijn die met veel energie en creativiteit hun kennis, ervaring en betrokkenheid inzetten om te komen tot oplossingen in de rechtspleging. Wij voelen allen de maatschappelijke opdracht om de nasleep van de beperkingen van de coronacrisis niet langer te laten duren dan onvermijdelijk is. Ik ben ervan overtuigd dat uit die betrokkenheid goede ideeën zullen opkomen voor de toekomst. Als waarnemend voorzitter van de NVvR ben ik er trots op daarmee mét u en namens u aan de slag te mogen gaan.

Rickert Ahling

waarnemend voorzitter NVvR

Scroll naar boven