Patricia Messer over Tijdige rechtspraak: rechtzoekenden moeten weten waar zij aan toe zijn

7 juli 2022

Eind 2023 moeten de bestaande achterstanden binnen de rechtspraak zijn ingelopen, doorlooptijden structureel zijn verbeterd en nieuwe rechtszaken tijdig worden afgedaan. Dat zijn de ambitieuze doelstellingen van het programma “Tijdige rechtspraak” dat in 2019 van start ging. Tijdens een online bijeenkomst sprak Patricia Messer, president van de rechtbank Midden-Nederland, over de voortgang van het programma. Corona leverde vertraging op, maar het doel is onveranderd: rechtzoekenden moeten weten waar zij aan toe zijn.

In 2019 verscheen het rapport “Doorlooptijden in beweging”. Daarin staat dat rechtspraak vaak te lang duurt en dat rechtzoekenden vaak te lang moeten wachten op een uitspraak in hun zaak. Volgens Patricia Messer, die Julia Mendlik opvolgde als programmamanager Tijdige rechtspraak, zijn er de afgelopen tijd, ondanks corona, weldegelijk stappen gemaakt. Door de instelling van de zogeheten inloopkamers wordt tempo gemaakt met het inhalen van achterstanden. Kritiek van onder andere de NVvR dat de kwaliteit van het werk door de werkwijze van de inloopkamer kan worden aangetast, legde Messer naast zich neer. Volgens haar verschilt de kwaliteit van de inloopkamer niet van die van een reguliere rechtbank.

Online zitten is volgens Messer niet meer weg te denken uit de rechtspraak. Hoewel de precieze uitwerking ervan nog niet vaststaat, zijn er zaken die zich goed lenen voor online zittingen, zei de president tijdens de bijeenkomst. De NVvR is ook op dit punt kritisch. Eerst moet duidelijk worden welke voorwaarden er voor een online zitting gelden. Ook moet er volgens de NVvR een wettelijke basis zijn.

Roosteren en plannen

Het programma Tijdige rechtspraak besteedt veel aandacht aan roosteren en plannen. Messer legde onder andere uit wat het zogeheten capaciteitsmanagement inhoudt. Door gebruik te maken van data en logistieke kennis moet eerder duidelijk worden waar op welk moment meer capaciteit nodig is. De president gaf toe dat er nog altijd grote verschillen tussen de gerechten bestaan en dat “best practices” beter met elkaar moeten worden gedeeld.

Een van de deelnemers aan de online bijeenkomst uitte de kritiek dat een goede analyse van de problemen nog altijd ontbreekt. Zonder gedegen kennis van de manier waarop achterstanden en tekorten ontstaan, is een programma als Tijdige rechtspraak tot mislukken gedoemd, vreesde hij. Eerdere pogingen om de rechtspraak te versnellen – in 1999 met het programma “Versnelling en uniformering civiele procedures” en in 2013 met “KEI” – hebben nooit tot het gewenste resultaat geleid. Messer zei te geloven dat er, ondanks de bestaande personeelstekorten, duurzame verbeteringen op gang aan het komen zijn. Hier dragen de zogeheten versnellers, zoals het enkelvoudig afdoen van zaken en de mondelinge uitspraak aan bij, aldus de president.

Kijk hier het vraaggesprek met Patricia Messer terug.

Scroll naar boven