NVvR wil overleg met minister inzake benoemingen bestuurders rechtspraak

6 februari 2019

Vandaag heeft de NVvR een brief gezonden aan de minister
voor Rechtsbescherming naar aanleiding van de bespreking van het onderwerp
benoemingen bestuurders rechtspraak. In de brief vraagt de NVvR om nader overleg
en bespreekt zij de wijze waarop dit onderwerp door de vereniging wordt behandeld.

Het is, zo blijkt uit de brief aan de minister, voor de NVvR een belangrijk onderwerp, gelet op de
zorgen die binnen de rechtspraak bestaan over de kloof tussen de werkvloer en
de bestuurders en de breed gedeelde behoefte aan een heldere koers van de
rechtspraak als geheel. De NVvR heeft daarom al diverse gesprekken gevoerd, een
werkconferentie belegd en een expertgroep bijeengebracht, bestaande uit
rechters en raadsheren. In deze groep zaten zowel bestuurders als
niet-bestuurders. Aan de opbrengst van deze activiteiten wordt momenteel
gewerkt en overgebracht aan de Raad voor de rechtspraak en het dagelijks
bestuur van de Presidentenvergadering. Daar zullen uiteindelijk de contouren
van een besturingsmodel moeten ontstaan.


Bestuur op afstand
Vooruitlopend op dit advies constateert de NVvR een
groeiende onvrede over het besturingsmodel dat zich kenmerkt door de term
“bestuur op afstand”. Dit heeft de kloof tussen rechters en hun bestuurders
vergroot, terwijl de bestuurlijke slagkracht niet gegroeid is. Wij verwachten
dat dit model moet worden losgelaten en dat de presidenten en hun collega’s in
het gerechtsbestuur weer dichter op de dagelijkse praktijk moeten komen te
staan. Ditzelfde geldt voor de bestuurders in de Raad voor de rechtspraak. Ook
voor hen is het zaak om dichter bij het rechtspreken betrokken te zijn. De
wijze waarop dit gerealiseerd kan worden, is nog onderwerp van gesprek in de
rechtspraak.


Stevige professionals
Tegelijkertijd vraagt de besturing van de rechtspraak om
stevige professionals. Zij dienen goed opgeleid en met voldoende ervaring de
rechtspraak op koers te houden, zodat de rechtspraak het antwoord kan blijven
op de vraag naar geschilbeslechting vanuit de samenleving en waardoor de
rechtspraak op kwalitatieve, voortvarende en efficiënte wijze rechtszaken kan
behandelen. Dit vraagt andere kwaliteiten dan vroeger: gerechten zijn groter
dan weleer en de werkzaamheden van de gerechtsbesturen zijn omvangrijker. Of
het besturingsmodel van enkele decennia geleden dan wel van vóór de herziening
van de gerechtelijke kaart soelaas kan bieden, ligt niet voor de hand. Bepaalde
elementen echter, zoals de keuze destijds voor het loslaten van het sectormodel
(en de bijbehorende sectorvoorzitters die als “linking pin” bestuur en
werkvloer met elkaar verbonden), zouden heroverwogen kunnen worden.

Verantwoordelijkheid rechtsprekende macht
De NVvR bereidt, zoals gezegd, momenteel een advies voor aan
de bestuurders van de rechtspraak. Wij menen overigens ook dat het primair aan
de rechtsprekende macht is om zichzelf goed te organiseren. Vanzelfsprekend kan
de wetgever daarbij een rol spelen, maar gelet op de noodzakelijk balans tussen
de staatsmachten, is dat – wat de NVvR betreft – nu niet de geëigende weg.

 

Scroll naar boven