NVvR pleit voor interne kwaliteitsdialoog in plaats van externe verantwoording

23 februari 2017

De NVvR is recent bijgepraat door de stuurgroep doorontwikkeling rechtspraakbreed toetsingsinstrument civiele en bestuursrechtelijke vonnissen. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de NVvR in een brief aan de stuurgroep een aantal zorgen geuit. NVvR-voorzitter Rosa Jansen pleit voor een nadere bezinning op het waarom, wat en hoe van het toetsingsinstrument alvorens dit, ook in pilotvorm, in te zetten.

Politieke druk

Uit het gesprek is onder meer gebleken dat externe verantwoording inmiddels het enige doel van de toetsing is geworden. Jansen: “Volgens de stuurgroep ligt er politieke druk op het afleggen van verantwoording over de kwaliteit van uitspraken. We begrijpen dat externe verantwoording belangrijk kan zijn, maar ik vraag me sterk af of er méér verantwoording gegeven moet worden dan nu al het geval is. De rechtspraak is immers openbaar, de uitspraken zijn in te zien, de inhoudelijke lijnen van beroep en cassatie werken naar behoren en de financiën van de rechtspraak worden jaarlijks keurig verantwoord.”

Aanvullende bezwaren

Naast de hierboven genoemde hoofdzorg, ziet de NVvR nog andere bezwaren aan de huidige pilot. Op hoofdlijnen zijn dat:

  • Het blijft knagen dat dit externe verantwoordingsinstrument wordt verkregen door toetsing van de eerste lijn door de tweede lijn. Zo zijn het geen echte “peers” en zijn observaties van de hoger beroepsrechter niet vrijblijvend. Het kan uitmonden in instructies en beïnvloeding, met name van jonge rechters, zoals dat in sommige landen van Europa gebeurt.
  • Het betreft geen aselecte steekproef van alle uitspraken in eerste aanleg, waardoor het filter van het hoger beroep het externe beeld zal gaan vertekenen. In het kader van waarheidsgetrouwe externe verantwoording is dit problematisch.
  • De vraag is of een raadsheer daadwerkelijk in staat kan zijn de juridisch inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep te scheiden van de beoordeling van ambachtelijkheid van de uitspraak en of de rechter in kwestie het zo zal kunnen lezen. Gelet op de besproken vragenlijsten en het niet bestaan van een duidelijke definitie van “ambachtelijkheid” vreest de NVvR dat hier vermenging zal plaatsvinden.
  • De huidige vragenlijsten zijn ooit ontwikkeld voor het doel van de feedback-functie en dat is nog steeds te zien: door de keuze van de vragen dringt zich bij de NVvR de vraag op of deze aspecten voor externe verantwoording geschikt en/of van belang zijn.

Focus

 De NVvR onderschrijft dat het ontwikkelde instrument zich niet leent voor de feedbackfunctie. Jansen: “Wij raden de stuurgroep met klem aan om nog eens heel kritisch naar dit traject te kijken en denken dat “het goede gesprek” tussen collega’s de insteek moet zijn: zo spreken zij “peer-to-peer” over hun vak en hun ambachtelijke kwaliteit. Rechters met rechters en raadsheren met raadsheren of gemengd, op basis van gelijkwaardigheid. Dat het ontwikkelen van een dergelijk middel geld en tijd kost, is gelet op de continue focus op kwaliteitsbehoud en –bevordering, een zeer verantwoorde investering. Om die redenen zijn we tot de conclusie gekomen dat het project (in deze opzet) geen doorgang zou moeten vinden, ook niet in de pilotfase.”

Lees hier de volledige brief van het NVvR-bestuur aan de stuurgroep.
 

Scroll naar boven