NVvR op bezoek bij het ICC

24 april 2018

Op donderdag 12 april jl. brachten leden van de NVvR een werkbezoek aan het International Criminal Court (ICC) in Den Haag. Dit werkbezoek was georganiseerd door de NVvR-commissie Internationaal. Het nieuwe pand betreden was een belevenis op zich, door de beveiligde entree en de loopbrug over de “slotgracht”, die naast de nodige veiligheid, ook een aardig uitzicht biedt.

Het inhoudelijke deel van het NVvR-werkbezoek startte met een uitleg over de zittingszaal, de inrichting, de beveiliging en het werk van de tolken. Deze vertalen alles wat wordt gezegd in het Engels en in het Frans én in de taal van de verdachte en eventuele getuige(n). De uitzending van de zittingen vinden, indien geen sprake is van een “private” of “closed session”, plaats met 30 minuten vertraging, zodat geanticipeerd kan worden op hetgeen wordt gezegd. Niet alles mag worden uitgezonden namelijk. De veiligheid (lees traceerbaarheid) van getuigen kan al heel gauw in het geding zijn. 

Eén van de legal officers, een functie die in het Nederlandse rechtssysteem kan worden geplaatst tussen de stafjurist en de rechter-commissaris, hield een interessante presentatie over de geschiedenis, de structuur en het mandaat van het ICC. Het ICC vindt zijn basis in het Statuut van Rome. Dat er overeenstemming is bereikt in Rome, op 17 juli 1998, het ICC er is gekomen en ook nog zo snel, wordt algemeen gezien als een (diplomatiek) wonder. 

Het statuut bepaalt dat het strafhof in Den Haag moest komen. Voorheen zetelde het ICC vlak bij de grens Den Haag-Voorburg. Leuk weetje: destijds is het bordje van de stadsgrens van Voorburg verplaatst, om er zeker van te zijn dat het ICC echt in Den Haag was gevestigd. 

Een legal adviser vertelde de aanwezigen over het werk en het mandaat van het kantoor van de aanklager, waarna een functionaris, belast met de externe relaties en samenwerking, uitleg gaf over schadevergoedingsmaatregelen en het belang van maatwerk als het gaat om het vergoeden van schade. Zo is er een trustfonds voor slachtoffers dat wordt gefinancierd met betaalde boetes, bevroren tegoeden en een deel van de contributie van de aangesloten staten. Een slachtoffer kan de schadevergoeding in geld uitgekeerd krijgen, maar soms is het nodig om de vergoeding in materiële vorm te geven. Als voorbeeld werd hier genoemd de misgelopen bruidschat bestaande uit vee, omdat een voorgenomen huwelijk door de gevolgen van de oorlog voor het betreffende slachtoffer niet was doorgegaan. In een dergelijk geval kan ertoe worden besloten vee als vergoeding te geven.

De laatste spreker was één van de langstzittende rechters van het internationale strafhof, de Italiaanse mr. Cuno Tarfusser. Maart jl. is zijn tweede termijn afgelopen, maar door betrokkenheid bij een nog lopende zaak, blijft mr. Tarfusser aan het ICC verbonden tot de zaak is afgerond. Deze doorgewinterde ICC-rechter gaf zijn eigen, ongezouten kritische, visie op het werk en functioneren van het ICC. Hij noemde als voorbeeld van een grote verbetering dat de inleidende dagvaardingen een stuk minder lang zijn geworden: geen 300 maar 30 pagina’s. Een ander pluspunt noemde hij de mogelijkheid van de dissenting opinion, waar hij zelf vaak gebruik van maakt. Wel moet er naar die opinions worden geluisterd, om vooruitgang te kunnen boeken. Kritiek had de ICC-rechter op het benoemingenbeleid en op het feit dat de advocaten van de verdachte (riant) worden betaald door het ICC en er daarom geen enkel belang bij kunnen hebben om hun zaak te bespoedigen of te protesteren tegen de lange procesduur. Het was een interessante middag, die zeker zal worden herhaald.

Scroll naar boven