NVvR Online: Rechterlijke vrijheid van meningsuiting

5 april 2022

Rechters zouden vaker met elkaar in gesprek moeten over de vraag wat zij uit hoofde van hun functie in het openbaar kunnen, of moeten, zeggen. Dat concludeerden rechter Sietske Dijkstra en NVvR-voorzitter Marc Fierstra tijdens de online bijeenkomst over de rechterlijke vrijheid van meningsuiting dat de NVvR op maandag 4 april organiseerde.

Dijkstra, rechter in de rechtbank Noord-Nederland, promoveerde in 2016 op de vrijheid van meningsuiting van rechters. Tijdens de online bijeenkomst legde zij uit hoe het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de juridische grenzen trekt rond die vrijheid en welke waarden nog meer een rol spelen. Daarbij legde zij nadruk op het feit dat de rechter niet alleen een mens met rechten is, maar vooral ook een functie waarin burgers vertrouwen moeten hebben. Die functie zorgt ervoor dat de rechter zich moet afvragen of wat hij te zeggen heeft ook altijd gezegd moet worden.

Fierstra ging onder andere in op de vraag waarom hij in 2020 in toga meeliep tijdens de zogeheten Mars van de Duizend Toga’s in Polen. “Waar de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van de rechtspraak in het geding zijn, hebben wij als juridische professionals de opdracht om publiekelijk te waarschuwen voor aantasting ervan,” aldus de voorzitter.

Dijkstra en Fierstra gingen ook in op de vraag in hoeverre rechters zich binnen hun eigen organisatie vrij voelen om zich uit te spreken. “Rechters hebben best veel vrijheid om zich uit te spreken, maar het gaat ook om de vraag hoe ze daar gebruik van maken en ook of ze dat altijd moeten doen,” zoals Dijkstra aangaf. Rechters zouden daarover onderling vaker in gesprek moeten gaan.

Het gesprek hier is terug te kijken.

Scroll naar boven