Bijzondere ideeën en bevlogen debat op werkconferentie bestuursmodel

10 juli 2018

Een levendig en soms stevig debat. Bruikbare en vernieuwende voorstellen om het bestuur van de rechtspraak te verbeteren. Zoals een rechtstreekse verkiezing van presidenten door de werkvloer van de rechtbank. Dat was 5 juli de oogst van de werkconferentie ‘Hoe willen wij eigenlijk bestuurd worden?’, die werd gehouden door de NVvR en het College van Afgevaardigden (CvA). 

“Het spreekt mij aan dat we vandaag geen klaagmuurtje zijn, maar dat ons gevraagd is wat wij zelf voor bestuur willen”, zegt een deelneemster tijdens de opening van de werkconferentie. “In plaats van te mopperen kunnen we beter zelf oplossingen organiseren.” Dat is zeker mogelijk, denkt een ander. “Kwaliteit moet daar wel het uitgangspunt in blijven. Dat is onze kern. Op welke punten stuurt het bestuur die kwaliteit?”. Een derde deelnemer spreekt namens jongere rechters : “Ik vind dat wij meer kijk moeten krijgen op hoe we worden bestuurd. Om vervolgens met ideeën te komen hoe het anders kan.” De diverse geluiden uit de zaal illustreren hoe gevarieerd het publiek is dat deze middag is afgekomen op de werkconferentie. Met bijna zeventig deelnemers is Sociëteit De Vereeniging (Mammoni) in Utrecht behoorlijk goed gevuld en dat terwijl het thema bewerkelijk is: het ideale bestuursmodel van de Rechtspraak. 

Waar ligt het primaat?
Wellicht wordt de urgentie van een effectiever bestuur sterker gevoeld na de tegenslagen rondom vernieuwings- en automatiseringsproject KEI. In elk geval gaan de deelnemers aan de conferentie bevlogen en onderbouwd de discussie aan. Een groot deel van de tijd splitsen ze zich op in groepjes om een bepaalde stelling te tackelen. “Welke bestuursmacht heeft het formeel voor het zeggen bij de volgende drie casussen?”, vraagt gespreksleider Peter van der Geer. Bij het vergaande voorstel uit de politiek om alle Nederlandse rechtspraak te concentreren op vier grote locaties, lijkt het politieke primaat helder. Toch gaan er in de zaal ook stemmen op dat hierdoor de rechtszekerheid van rechtzoekenden in gevaar komt en je dit dus kunt aanvechten. Bij wie? Inderdaad: de rechter. Het primaat van het rechtspraakbestuur is juist duidelijk bij de vraag wie er verantwoordelijk is voor een herijking van de professionele standaarden. Klip en klaar een interne kwestie, vindt iedereen. Overigens zijn de standaarden een succesvoorbeeld van een breed gedragen vernieuwing, wordt opgemerkt. Bestuur en werkvloer kunnen dus wel degelijk effectief samenwerken. Minder enthousiast is men over de casus waarin de politiek de rechtspraak verplicht om een lekendeskundige toe te voegen aan iedere zittingscombinatie: “Daar zit ik niet op te wachten”, stelt een rechter. “Als we behoefte hebben aan een expert, benoemen we die zelf wel.”

Vurige teamvoorzitters
Over de drie belangrijkste issues wordt uitgebreid in groepen gediscussieerd. Het gaat over de wijze waarop bestuurders in de rechtspraak worden benoemd, over de vraag welk landelijk gremium de meeste beslissingsmacht moet krijgen en over de invloed van de werkvloer bij grote rechtspraakbrede projecten. Meer inbreng van de werkvloer is nuttig, vinden de meeste deelnemers. Teamvoorzitters spelen hierin een belangrijke rol. “Zij moeten meer informatie en meningen ophalen van de werkvloer”, zegt een vrouwelijke rechter. “Maar ze zijn er nooit als ik ze zoek, te druk met hun managementgedoe”, reageert haar buurman. “Dat is flauw, ik ken veel vurig betrokken teamvoorzitters”, meent een derde. Internetconsultatie en andere moderne technologie kunnen goede hulpmiddelen voor inspraak zijn, vindt een meerderheid. Dat bespaart ook tijd, al moet je als betrokken professional soms ook gewoon tijd investeren in je organisatie. “Niet voor elk wissewasje, wel als er iets groots op het spel staat.”

Kies je eigen president
Zoals de keuze van je eigen president. In het gesprek over de meest ideale wijze om bestuurders te benoemen, komt opvallend vaak het idee van de rechtstreekse verkiezing voorbij. Zeker op lokaal niveau, waar een directe stem van de werkvloer het draagvlak van het bestuur kan vergroten. Bovendien zou op die manier de gewraakte invloed van het ministerie op benoemingen van rechtspraakbestuurders kunnen worden aangepakt. “Daar moeten we echt wat aan doen”, zegt een deelnemer. “De minister heeft hier teveel een dikke vinger in de pap, terwijl we een onafhankelijke staatsmacht moeten zijn.” Deze principiële kwestie heeft ook invloed op het derde hoofdthema: welk bestuur binnen de rechtspraak moet de meeste beslissingsmacht krijgen? Er zijn nu te veel landelijke gremia, waardoor er ‘bestuurlijke drukte’ is en veel onduidelijkheid ontstaat. Een mogelijke oplossing is de Raad voor de rechtspraak meer invloed en bevoegdheden geven. Maar dan moet eerst de benoemingskwestie worden opgelost, klinkt het. Zolang dat niet het geval is, wordt ook het tegenovergestelde scenario genoemd: een minder machtige Raad. “Het is interessant om terug te halen hoe de Raad ooit begon in 2002”, vertelt een deelnemer. “Als een projectorganisatie die heel terughoudend met zijn bevoegdheden omging. Het is tijd voor een nieuwe visie op de rol van de Raad.”

Revolutionaire gedachte
Inmiddels is moderator Van der Geer begonnen aan de plenaire slotronde waarin alle bevindingen geresumeerd worden. Moeten presidenten en andere bestuurders per se rechters zijn? “Ze zouden moeten opborrelen uit de poel van rechters”, antwoordt de woordvoerder van een groepje. Maar zijn dat per se de beste bestuurders? “Nee”, vindt een ander. “Pure managers zijn ook heel waardevol”. Er bestaat grote overeenstemming over het idee dat presidenten en andere bestuurders het liefst rechtstreeks gekozen moeten worden. “Dat zou revolutionair zijn”, zegt een rechter over deze opvallend vernieuwende gedachte. Niet alleen rechters hebben in dat geval stemrecht, vinden de meesten, ook de andere medewerkers van de rechtbank. Een prikkelende gedachte om verder uit te werken door de NVvR en het CvA. 

Rijke oogst van de werkconferentie
Een mogelijke verkiezing van de rechtbankpresident door de werkvloer, een fundamentele herijking van de positie van de Raad voor de rechtspraak, meer vormen van directe inbreng van medewerkers op grote projecten: de oogst van de werkconferentie is rijk. Dat het rechtspraakbestuur nog veel werk aan de winkel heeft, blijkt uit twee slotakkoorden van de conferentie. Tijdens het plenair debat over de meest ideale bestuurder uit een van de aanwezige presidenten een hartenkreet en nodigt de collega’s uit om vooral ook leidinggevende te wíllen worden. Het allerlaatste woord wordt namens de sectie rechters van de NVvR benut om de collectieve zorgen over de bedrijfsmatige cultuur van de rechtspraak en het onterechte imago van de afstandelijke rechter te uiten. 

Concrete acties
NVvR en het CvA zullen de komende weken de oogst van deze werkconferentie omzetten in concrete acties. Zo worden op korte termijn de aanbevelingen en eerste stappen al bij de bestuurders in de rechtspraak bepleit en onder de aandacht gebracht van de politiek. 

Scroll naar boven