Bestuursbenoemingen

17 december 2020

Het voorstel van de Raad voor de rechtspraak om de procedure voor bestuursbenoemingen tijdelijk aan te passen, heeft onvoldoende draagvlak. De Raad trekt het voorstel daarom in en wil opnieuw met onder andere de NVvR om tafel. De NVvR en Tegenlicht hebben steeds gezegd dat de door de Raad voorgestelde tijdelijke procedure onvoldoende tegemoet komt aan de internationale norm “elected by their peers”. Afgelopen maand onderschreven de gerechtsvergaderingen dit standpunt.

De afgelopen periode zijn in het hele land gerechtsvergaderingen gehouden. Inzet was de door de Raad voor de rechtspraak opgestelde tijdelijke regeling bestuursbenoemingen. De meeste gerechten hebben niet alleen het voorstel van de Raad in stemming gebracht, maar ook het voorstel van de NVvR besproken. De leden van de Ledenraad hebben hierin een belangrijke rol gehad. Kern van het voorstel van de NVvR is om – in overeenstemming met de internationale norm – rechters meer zeggenschap te geven over de benoeming van hun bestuurders (elected by their peers). Deze norm moet de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht als derde staatsmacht waarborgen en bijdragen aan vermindering van de afstand tussen bestuurders en werkvloer.

Uit de besprekingen in en stemmingen door de gerechtsvergaderingen blijkt dat een ruime meerderheid van de zittende magistraten de voorgestelde regeling van de Raad afwijst en een doorslaggevende stem wil hebben bij de benoeming van hun bestuurders. De Ledenraad van de NVvR heeft in zijn vergadering van 7 december 2020 uitgesproken dat dit uitgangspunt moet zijn voor een regeling.

De NVvR heeft de Raad inmiddels laten weten graag opnieuw om tafel te gaan. Voor de NVvR is het evident dat dan gezocht moet worden naar een regeling voor de bestuursbenoemingen, waarbij het heldere principe van meer zeggenschap voor magistraten – zoals bekrachtigd vanuit de gerechtsvergaderingen – ditmaal als uitgangspunt wordt genomen.

Scroll naar boven