Advies WeCo: bijzondere aanwijzingsbevoegdheid kan vervallen

3 juni 2021

De Wetenschappelijke Commissie (WeCo) van de NVvR heeft in een uitgebreid advies geoordeeld dat de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid van de minister van Justitie en Veiligheid in de richting van het Openbaar Ministerie (art. 127 RO en verder) kan komen te vervallen. De WeCo reageert hiermee op het initiatiefwetsvoorstel dat oud-D66 Kamerlid Maarten Groothuizen vorig jaar indiende.

Het belangrijkste argument van de WeCo zijn internationale ontwikkelingen op het gebied van de rule of law en het belang dat magistraten, waaronder officieren van justitie, zonder politieke inmenging hun werk moeten kunnen doen. Zelfs de schijn van politieke druk op opsporings- en vervolgingsbeslissingen van het OM moet worden voorkomen, stelt de WeCo.

De huidige tekst van de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid – op basis waarvan de minister het OM in individuele strafzaken kan opdragen van vervolging af te zien dan wel vervolging in te stellen – dateert uit 1999. De argumenten die destijds werden genoemd om de bijzondere aanwijzing wettelijk te verankeren, waaronder organisatorische, zijn volgens de WeCo niet langer houdbaar. Dat sinds 1999 geen enkele keer van de bevoegdheid gebruik is gemaakt, is een reden temeer om het wetsartikel te laten vervallen. Nut en noodzaak hebben zich in de praktijk niet bewezen, maar in de internationale context speelt de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid wel een (belemmerende) rol. Het laten vervallen van de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid past volgens de WeCo in het huidige tijdsgewricht waarin zelfs de schijn van politieke beïnvloeding in individuele zaken moet worden voorkomen.

U kunt het advies hier in zijn geheel lezen.

Scroll naar boven