Staatscommissie rechtsstaat: rechtspraak moet mensgerichter

18 juni 2024

Hoe rechterlijke uitspraken uitpakken in de praktijk moet beter worden onderzocht. Door wetenschappelijk onderzoek naar ‘wat in de praktijk werkt’ en de inzet van innovatieve technologie, inclusief AI, kan de rechtspraak mensgerichter worden. Daarnaast moet de rechtspraak aandacht hebben voor andere manieren van werken en moeten rechters niet te snel een (oneigenlijk) beroep doen op hun onafhankelijkheid. Deze en andere aanbevelingen staan in het adviesrapport van de Staatscommissie Rechtsstaat die op 10 juni het rapport De gebroken belofte van de rechtsstaat aanbood aan ‘de burger’. Doel van de aanbevelingen is om de belofte van de rechtsstaat, waaronder de bescherming van de burger tegen de overheid, beter in te lossen. De NVvR was een van de gesprekspartners van de Staatscommissie.

De Staatscommissie presenteerde het rapport De gebroken belofte van de rechtsstaat aan ‘de burger’ en aan de drie staatsmachten: uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht. De Staatscommissie constateert dat de burger te vaak knel komt te zitten door te ingewikkelde regelgeving, te weinig besef van het belang van de rechtsstaat bij overheidsfunctionarissen, en te zeer op zichzelf gerichte overheidsinstanties, waaronder ook de Rechtspraak. De complexiteit en onvoorspelbaarheid van beleid, bureaucratie en regelgeving leidt tot angst en wantrouwen. Eenvoudiger regelgeving, het betrekken van burgers bij het nemen van besluiten, betere communicatie en een dialoog tussen de staatsmachten moeten ertoe bijdragen dat de gebroken belofte van de rechtsstaat weer wordt geheeld.

De rechtspraak moet volgens de Staatscommissie mensgerichter worden, wat betekent dat ze zich meer rekenschap moet geven van de manier waarop uitspraken in de praktijk uitwerken. Dat initiatieven om de rechtsbescherming van de burger te verbeteren (wijkrechtspraak, klare taal, mediation) tot nog toe weinig hebben opgeleverd, wijt de Staatscommissie onder andere aan de beperkte financiering en het ‘te lage organiserend vermogen van de rechtsprekende macht en haar te kleine besluitkracht’. Dat ligt niet alleen aan de manier waarop de Rechtspraak is georganiseerd, maar ook aan de eigen verantwoordelijkheid van rechters. De Staatscommissie heeft het in dit kader over ‘een oneigenlijk beroep op de rechterlijke onafhankelijkheid; oneigenlijk, omdat (in deze gevallen) mensen in de rechterlijke organisatie hiermee een schild opwerpen tegen professionalisering, afstemming en niet-vrijblijvend (landelijk) overleg’.

Bij het onderzoek heeft de Staatscommissie ook gesproken met de NVvR. In een brief en een persoonlijke ontmoeting verwoordde de NVvR al eerder haar zorgen over de rechtsstaat en de manier waarop de rechtspraak is georganiseerd.

Lees hier het rapport De gebroken belofte van de rechtsstaat van de Staatscommissie.

Click to access the login or register cheese
Scroll naar boven